In de praktijk blijkt dat het niet eenvoudig is om twee partijen met een tegenstrijdig belang (huurder en verhuurder) gezamenlijk één deskundige te laten benoemen. Daarnaast weten niet veel partijen (waaronder rechters) een deskundige te vinden die ter zake kundig en daadwerkelijk onafhankelijk is.

 

Om het onafhankelijkheidsvraagstuk op de juiste manier te kunnen tackelen, is er binnen de Coöperatie “De Huurprijsdeskundigen” daarom altijd sprake van 3 deskundigen per casus, waarbij één de casus vanuit het verhuurdersperspectief benadert en de ander vanuit het huurdersperspectief. Voorafgaand aan de formele benoeming worden de deskundigen getoetst op mogelijke (eerdere) betrokkenheid bij de casus, dan wel bij een der betrokken partijen. Mocht hier sprake van zijn, dan wordt de betreffende deskundige uitgesloten van betrokkenheid bij de herwaardering. 

De derde aangewezen deskundige vervult geen actieve-, maar wel adviserende rol en vanuit die hoedanigheid het rapport mede ondertekend. 

Naast dit criterium geeft “De Huurprijsdeskundigen” ook invulling aan de wens om te komen tot een landelijk uniforme waarderingsmethodiek.